Spar, 8.20u. Eenzaam tref ik Ton in de ochtendkilte aan. Een meer dan frisse noorderwind versterkt niet bepaald het zomergevoel dat we eigenlijk zouden moeten hebben. Ton heeft het er extra moeilijk mee, gisteravond is hij teruggekomen van 6 weken fietsen langs de oostkust van Amerika. Daar was het tenminste fatsoenlijk zomer. Ach ja, elk land, elk continent heeft zo zijn mindere zijden en zijn bekoringen. Als je lang genoeg nadenkt zijn die vast ook voor Nederland en Europa te bedenken….

Rond 8.30u sluiten Wiebe en Ferry aan. Een enkele andere passerende fietser die de elementen trotseert draagt helaas niet de Bello kleuren. 4 Bello’s dus. We besluiten richting het noorden te gaan. Kijken hoe ver we komen en dan met de wind mee naar huis. Via Hall en Voorst gaat het richting Deventer. De wind blijkt reuze mee te vallen (!!) en met een mooi gemiddelde bereiken we de markt in Deventer. Deze blijkt omgetoverd in een feestelijk kermisterrein. Adembenemende attracties torenen veelkleurig hoog boven de stad uit. De vier Bello’s zijn het er unaniem over eens dat je, hoewel ook niet altijd van gevaar ontdaan, dan toch maar beter op de fiets kunt zitten. We zijn te vroeg, de koffie moet nog gezet worden. Het eerste bakje blijkt nog niet goed gelukt en bovendien van een on-Nederlands klein formaat. Een stevig stuk walnoten-honingtaart vergoedt veel. Het tweede kopje is prima. Voordat we de rekening vragen stelt ‘ El Presidente’ aan de lieftallige serveerster de vraag wie volgens haar het verslag van deze tocht moet maken. Ze lost het diplomatiek op: ze schrijft een cijfer onder de tien op haar notitieblok. Ton raad mis. Ik laat me dit buitenkansje niet ontglippen en denk haar schrijfbeweging goed gevolgd te hebben. Dat klopt! Voordat Ferry en Wiebe de kans krijgen om te raden ben ik met het getal 5 uw verslaggever, waarvan akte.

We vervolgen onze reis. Richting Vorden en net voor Vorden richting het thuisfront. Wiebe voelt een onweerstaanbare aandrang om even poolshoogte te nemen van de waterstand. Nabij Brummen aanschouwen we een behoorlijk buiten de oevers getreden en snelstromende IJssel. Wiebe mompelt vergenoegd ‘hoger dan gisteren’. Kennelijk houdt hij de waterstanden nauwkeurig bij (wordt volgende week ongetwijfeld een rondje achterhoek met een pauze langs de Rijn…!?).

We testen nog even de fantastische nieuwe asfaltlaag tussen Dieren en Brummen, verwonderen ons over de dure, houten afrastering waarmee Rijkswaterstaat in crisistijd de omgeving probeert op te fleuren en keren bijtijds en verfrist, onder een doorbrekend zonnetje in Dieren terug.

Voor de statistici: met ruim 60% van de route de wind op de kop, 73 km op de teller met een gemiddelde van tegen de 30 per uur.

Het was mij wederom een genoegen uw verslaggever te mogen zijn.

.
 
2025900cookie-checkSpar, 8.