Vervan

Vier Bello’s een ochtendje op stap met Bello (of Belhamel) Koen.

 

Zondag 21 juli. Vanuit Velp kom ik door de kilometers van de dag ervoor kennelijk iets minder goed op gang, om 8.31u. arriveer ik bij de Spar. De ochtendzon is al warm en nodigt uit voor terrasbezoek, voor de 5 aanwezige Bello’s pas later in de ochtend aan de orde. Wiebe, Koen, Meindert en Ton staan de laatste nieuwtjes uit te wisselen over zadelshoogtes en frame-maten.  Gelukkig ben ik net op tijd om aan te sluiten.

 

Het voorstel om naar Zwolle te koersen haalt het (gelukkig) niet. We besluiten naar Deventer te rijden en van daaruit verder te kijken. Via Eerbeek en Nieuw Amsterdam gaan we eerst richting Apeldoorn. Met een mooie snelheid bereiken we Busloo. Waaierrijden blijkt ook voor ons weggelegd.   Door eerder gemaakte afspraken en goed kijken naar de Tour, verloopt het soepel overnemen aan kop en afzakken ter rechterzijde  als gesmeerd. Ieder doet zijn werk en fietst naar vermogen op kop.

 

Koen is topfit. Tijdens zijn kopwerk stoempt en sleurt hij onvermoeibaar. Regelmatig klinkt er gekreun en hulpgeroep uit de achterhoede om de snelheid te matigen. Hij laat de snelheid steeds netjes terugzakken naar zo’n 30/32 per uur om vervolgens weer sneaky door te trekken naar de 36/37 per uur. Gelukkig zorgt een lekke band van de schrijver dezes voor een extra rustpauze.

 

Zoekend vervolgen we de route naar Deventer. Eerst de richting naar Twello bepalen en dan komt al snel de toren van Deventer in zicht. Weer op kop ziet Koen, alert als hij is,  op het allerlaatste moment dat hij naar links moet. Wiebe die in zijn  wiel zit is gelukkig net zo alert, gaat in de remmen  en weet een touché te voorkomen, maar rijdt wel rechtdoor, net als de drie resterende volgers. Kloppen de krantekoppen van afgelopen week dan toch? Moeten groepen zoals de Bello’s, vanwege het gevaar dat ze kennelijk op de openbare weg vormen,  zich gaan bezinnen op fietsen tijdens doordeweekse avonden…?

 

Al roepend naar Koen vervolgen we rustig onze weg. Koen de zijne kennelijk ook, we zien hem vooralsnog niet meer terug. Wiebe belt Koen op en spreekt af op de grote markt in Deventer. Moe en snakkend naar rust, koffie en gebak, komen we daar aan.

Breed grijnzend zit Koen ons al op te wachten. Wat er in de tussentijd gebeurd is weten we niet. Feit is wel dat de jongedame die ons van koffie voorziet, danig van slag is.  Maken wij als Bello’s zo’n indruk op haar of moet Koen nog een verklaring afleggen waarom de dame haar volautomatische ‘bestellingopnemer’ als een soort gameboy hanteert.

 

Na een half uurtje vervolgen we de route naar Laren, om van daaruit via Zutphen weer richting  Dieren te kachelen. De snelheid blijft onverminderd hoog en ik ben blij dat ik aan kan blijven haken. Net na twaalven komt Dieren weer in zicht. De warmte, in combinatie met 88 km op de teller en ruim 28 km/uur, heeft zijn tol geëist. Ton en ik nemen afscheid van Wiebe, Meindert en Koen en vervolgen onze route naar het zuiden en de rest van de dag breng ik, uitgepierd en voorzien van veel vocht, onder de appelboom door.

 
2025820cookie-checkVervan Vi